Geurolie toevoegen aan kaarsen: de juiste temperatuur en timing

Je hebt het vast wel eens meegemaakt. Je hebt uren besteed aan het smelten, gieten en laten uitharden van een prachtige nieuwe kaars. Je steekt hem vol verwachting aan, wacht tot de was smelt en… je ruikt bijna niets. Of erger nog, er drijft een laagje olie op de bovenkant van je kaars. Dat is frustrerend, maar gelukkig makkelijk op te lossen.

Het geheim van een kaars die net zo goed ruikt als hij eruitziet, zit hem niet alleen in de kwaliteit van de olie, maar vooral in de techniek. Het draait allemaal om timing, temperatuur en chemie. Als je de geurolie toevoegt aan te hete was, verdampt de geur voordat de kaars in de pot zit. Is de was te koud, dan bindt de olie niet goed. In dit artikel duiken we in de exacte temperaturen en verhoudingen die je nodig hebt voor een geweldige geurverspreiding.

Waarom temperatuur allesbepalend is

Veel beginnende makers denken dat je geurolie gewoon ergens tijdens het smelten erbij kunt gieten. Helaas werkt was zo niet. Kaarsen was is een kristalstructuur die uitzet als hij warm wordt en krimpt als hij afkoelt. Je moet de geurolie toevoegen op het moment dat de was het meest ontvankelijk is om de olie op te nemen, maar niet zo heet dat de geurmoleculen verbranden of verdampen.

Dit luistert nauw. Elke geurolie heeft een vlampunt. Als je was heter is dan dit punt, begint de olie direct te verdampen. Voor citrusoliën zoals citroen of sinaasappel ligt dit punt vaak lager, rond de 60-65°C. Deze vervliegen snel als je niet oppast. Zwaardere geuren zoals hout of vanille zijn vaak stabieler. Om dit goed te doen, kun je niet op de gok werken. Een betrouwbare thermometer is onmisbaar in dit proces.

Het stappenplan voor een perfecte mix

Of je nu werkt met sojawas, koolzaadwas of paraffine, de basisregels blijven grotendeels hetzelfde. Volg deze stappen voor een optimaal resultaat.

Smelt de was rustig

Smelt je was au bain-marie of in een smeltketel. De meeste wassoorten moeten verwarmd worden tot ongeveer 70°C à 75°C om volledig vloeibaar te zijn. Let er wel op dat je de was niet boven de 90°C verhit voor langere tijd. Dit kan de was verkleuren of de structuur beschadigen.

Controleer de temperatuur voor toevoeging

Hier maken veel mensen de fout. Haal de pan van de warmtebron voordat je de geur toevoegt. Voor synthetische kaarsen geurolie is een temperatuur rond de 70°C tot 80°C vaak ideaal. Bij deze temperatuur staat de wasmolecuul open genoeg om de olie te binden.

Werk je met etherische oliën? Deze zijn veel vluchtiger. Zoals blijkt uit onderzoek is de optimale temperatuur voor het toevoegen van etherische oliën aan was 60-65°C. Voeg je ze heter toe, dan verlies je veel van de therapeutische werking en de geursterkte.

De 2-minuten regel

Dit is misschien wel de belangrijkste stap die vaak wordt overgeslagen. Nadat je de geur in de was hebt gegoten, moet je roeren. Niet even snel drie keer rondraaien, maar minimaal twee minuten rustig en grondig roeren.

Je probeert olie te mengen met was, maar ze hebben hulp nodig om een stabiele verbinding aan te gaan. Door twee minuten te roeren, garandeer je dat de geurmoleculen gelijkmatig verdeeld zijn. Doe je dit niet, dan krijg je plekken in de kaars met heel veel geur en plekken met niets. In extreme gevallen kan dit zelfs leiden tot brandgevaarlijke situaties. Lees meer over hoe je problemen met het mengen van kaarsen kunt voorkomen.

Gieten op de juiste temperatuur

Na het mengen laat je de was verder afkoelen tot de giettemperatuur. Voor veel soorten sojawas, zoals de Golden Wax 464, ligt dit rond de 50-60°C. Als je te heet giet, krijg je vaak gaten, inzakkingen of een lelijke bovenkant.

Hoeveel geurolie moet ik gebruiken?

Meer is niet altijd beter. Als je te veel olie toevoegt, kan de was het simpelweg niet vasthouden omdat deze verzadigd raakt. Het resultaat is dat de olie uit de kaars begint te zweten, waarbij er druppels op de bovenkant liggen, of naar de bodem zakt. Dit kan gevaarlijk zijn als de vlam de plas olie bereikt.

De meeste wassoorten kunnen een geurpercentage van 6% tot 10% aan. Omdat olie lichter is dan water, is 100ml olie niet hetzelfde als 100 gram. In de kaarsenmakerij werken we daarom altijd met gewicht.

Stel, je hebt een potje waar in totaal 150 gram mengsel in past. Voor een geurlading van 10% gebruik je dan 135 gram was en 15 gram geurolie. Als je net begint, is 6% tot 8% vaak een veilige start. Voor sterkere geuren is dit meestal al ruim voldoende. Wil je precies weten hoe je dit toepast in een project? Bekijk dan onze handleiding over hoe je een container kaars maakt.

Geduld is essentieel: het uitharden

Je kaars is gegoten en ziet er prachtig uit. Je wilt hem waarschijnlijk meteen aansteken om het resultaat te ruiken. Doe het niet. Direct na het stollen zit de geurolie nog losjes tussen de waskristallen. De kaars heeft tijd nodig om te curen, oftewel uitharden. Tijdens dit proces kristalliseert de was verder uit en wordt de geur als het ware opgesloten in de was.

Voor paraffine kun je vaak na 24 tot 48 uur al testen. Maar voor natuurlijke wassen zoals sojawas en koolzaadwas heb je meer geduld nodig. Voor de beste geurverspreiding laat je ze 1 tot 2 weken staan. Als je een sojakaars te vroeg brandt, is de geurworp vaak teleurstellend zwak. Geef het de tijd die het nodig heeft. Wil je meer weten over waarom dit zo lang duurt? Lees ons artikel over langdurige kaarsgeuren en zelf kaarsen maken.

De rol van de lont

Je kunt de perfecte temperatuur en mix hebben, maar als je lont verkeerd is, ruik je nog steeds weinig. De kaarsen lont is de motor van je kaars. Is de lont te klein, dan wordt de smeltpoel niet groot genoeg en bereikt deze de randen van het glas niet. Hierdoor verdampt er te weinig geur. Is de lont te groot, dan wordt de kaars te heet en verbrandt de geurstoffen voordat ze zich kunnen verspreiden, vaak gepaard met roet.

Voor natuurlijke wassen met zwaardere geuren, zoals amber of sandelhout, werken houten lonten vaak erg goed omdat ze wat meer warmte genereren. Twijfel je over de juiste keuze? Lees onze tips voor kaarsen maken met geuroliën.

Problemen herkennen en oplossen

Ruikt je kaars nog steeds niet sterk genoeg, of zie je vreemde belletjes? Vaak is de oorzaak te herleiden naar temperatuur of verhouding.

Als je kaars koud weinig ruikt (Cold Throw), heb je de olie waarschijnlijk te heet toegevoegd waardoor een deel is verdampt, of je hebt de kaars niet lang genoeg laten uitharden. Ruik je weinig als de kaars brandt (Hot Throw), controleer dan je lontgrootte. Als de smeltpoel niet diep genoeg is, komt de geur niet vrij. Zie je olie op de kaars liggen (zweten)? Dan heb je te veel geurolie gebruikt of de olie niet goed doorgeroerd. Denk hierbij altijd aan die essentiële twee minuten roeren.

Het maken van de perfect geurende kaars is een proces van testen en noteren. Schrijf altijd op bij welke temperatuur je toevoegt en giet. Zo kun je, als je eenmaal die perfecte kaars hebt gemaakt, het succes keer op keer herhalen.