Zijn kaarsen in glas veilig? Zo voorkom je barsten en brandgevaar

Je hebt net uren besteed aan het gieten van de perfecte kaars. De geur is heerlijk, de bovenkant is glad en je bent klaar om te genieten. Maar dan, na een paar uur branden, hoor je een angstaanjagende krak. Het glas is gebarsten of, erger nog, uit elkaar gespat. Het is de nachtmerrie van elke maker.

Het branden van kaarsen in glas is enorm populair, maar is het eigenlijk wel veilig? Het korte antwoord is ja, mits je weet wat je doet. Glas is een fantastisch materiaal voor containers, maar het heeft natuurkundige grenzen. Als je die grenzen negeert, creëer je onbedoeld een klein brandbommetje op je salontafel.

We duiken in de wetenschap van thermische schokken, de juiste glaskeuze en hoe je veilig blijft van de eerste gietbeurt tot de laatste vlam.

Brandende geurkaars in dik hittebestendig glas met veiligheidslabel op een salontafel

Waarom glas breekt bij kaarsen

Glas is gevoelig voor temperatuurverschillen. Wanneer de binnenkant van een pot gloeiend heet wordt door de vlam, zet het glas uit. De buitenkant staat in contact met de koelere kamerlucht en zet minder snel uit. Dit verschil in spanning noemen we een thermische schok. Als het glas niet sterk of flexibel genoeg is om deze spanning op te vangen, barst het.

Daarom is niet elke glazen pot geschikt als kaarsenhouder. Drinkglazen of goedkope vazen van de budgetwinkel zijn vaak gemaakt van soda-kalkglas dat niet goed is “gegloeid” (annealed). Dit betekent dat er al spanning in het glas zit vanuit de fabriek. Containers die specifiek voor kaarsen worden gebruikt, moeten ontworpen en getest zijn voor deze hitte. Borosilicaatglas of gehard glas kan temperaturen tot wel 250-300 °C aan. Dat geeft je een veel grotere veiligheidsmarge dan standaard glas.

Bij YouWish vind je glazen containers die speciaal bedoeld zijn voor het maken van kaarsen. Zo hoef je niet te gokken of je potje de hitte wel aankan.

De lont als motor van je kaars

Veiligheid begint vaak niet bij het glas, maar bij de lont. De lont is de motor van je kaars en bepaalt hoe heet de boel wordt. Een veelgemaakte fout bij beginners is het kiezen van een te dikke lont omdat ze een grote smeltpoel willen. Een te grote lont zorgt echter voor een te hoge vlam en excessieve hitte.

Als de vlam te groot wordt of gaat dansen, kan deze de zijkant van het glas raken. Direct vlamcontact met glas verhoogt het risico op breuk aanzienlijk. Daarnaast zorgt een slechte verbranding voor roet, wat wijst op een onvolledige en ongezonde verbranding. Het testen van je lont is cruciaal. Zoals we uitleggen in onze gids over 5 dingen die elke beginnende kaarsenmaker moet weten, luistert de combinatie van was, geurolie en lont erg nauw.

Zorg ook dat je de lont altijd trimt tot ongeveer 5 of 6 millimeter voordat je hem aansteekt. Een te lange lont gaat “paddenstoelen” (een klompje koolstof aan de top) en zorgt voor een onstabiele, te hete vlam. Een goede kaars wick trimmer is hiervoor onmisbaar.

Inspectie voor het gieten

Zelfs het beste glas kan zwakke plekken hebben. Tijdens transport of opslag kunnen er microscopische haarscheurtjes ontstaan die je met het blote oog nauwelijks ziet. Normaal gebruik en vervoer kunnen onzichtbare zwaktes creëren in containers.

Voordat je begint met kaarsen maken, is het slim om elk glas even tegen het licht te houden. Zie je een krasje, een luchtbel in het glas of een onregelmatigheid? Gebruik dat glas dan niet voor een kaars. De hitte van de gesmolten was en de vlam zoekt precies die zwakke plek op om te barsten.

Zorg er ook voor dat je glas schoon en droog is. Vocht of vuil kan de hechting van de was beïnvloeden, wat weer kan leiden tot “wet spots”. Hoewel dit meer een esthetisch probleem is, wil je dat je kaars zo stabiel mogelijk brandt.

Veilig gebruik van speciale wassoorten

Als je werkt met speciale wassoorten zoals gelwas moet je extra opletten. Gelwas brandt heter en smelt bij een hogere temperatuur dan bijvoorbeeld sojawas. Omdat gelwas vaak transparant is en gebruikt wordt voor decoratieve inbeddingen, is de verleiding groot om allerlei glaswerk te gebruiken. Doe dit niet.

Gelwas heeft een smeltpunt van 70-85 °C en kan bij verkeerd gebruik (verkeerde geurolie of oververhitting) gevaarlijke situaties opleveren. Gebruik voor gelkaarsen altijd glaswerk dat extra hittebestendig is en let goed op het vlampunt van je toevoegingen.

Mag je een kaarsglas opnieuw vullen?

Dit is een punt waar hobbyisten en fabrikanten het vaak oneens zijn. Als doe-het-zelver vind je het zonde om die prachtige, zware glazen pot weg te gooien. Je maakt hem schoon en giet er nieuwe kaarsen was in.

Grote kaarsenfabrikanten en veiligheidsinstanties raden het expliciet af om glazen containers te hervullen met was. De reden hiervoor is “materiaalmoeheid”. Het glas is tijdens de eerste levensduur van de kaars al vele malen opgewarmd en afgekoeld. Dit proces kan de structuur van het glas verzwakken zonder dat je het ziet. Een tweede ronde hitte kan net de druppel zijn.

Wil je toch duurzaam bezig zijn? Gebruik oude kaarsenpotten dan liever als plantenpotje, pennenhouder of voorraadpotje voor je kaarsen lont. Veiligheid gaat boven recycling als het om vuur gaat.

Brandinstructies voor de gebruiker

Je kunt de veiligste kaars ter wereld maken, maar als de gebruiker er niet goed mee omgaat, gaat het alsnog mis. Als maker is het jouw verantwoordelijkheid om je klanten of vrienden op te voeden.

Hier zijn de belangrijkste regels die je op je veiligheidslabel of instructiekaartje moet zetten:

  • De 1/2 inch regel: Stop met branden als er nog ongeveer 1 tot 1,5 cm was op de bodem ligt. Als de vlam de bodem van het glas bereikt, wordt de hitte direct op het glas overgedragen zonder buffer van was. Dit is het moment waarop de meeste glazen knappen.
  • Maximale brandtijd: Laat een kaars in glas nooit langer dan 3 tot 4 uur achter elkaar branden. Het glas wordt simpelweg te heet.
  • Plaatsing: Zet kaarsen niet op de tocht. Tocht zorgt voor een onrustige vlam die naar de rand van het glas kan wapperen en daar lokaal extreme hitte veroorzaakt.

Wil je weten hoe je een professioneel label maakt dat aan alle regels voldoet? Bekijk dan onze uitleg over het maken van een CLP label.

Let op wat je inademt

Naast gebroken glas is er nog een ander veiligheidsaspect: de luchtkwaliteit. Als je geurkaarsen maakt, werk je met chemicaliën. Sommige geuroliën kunnen bij verbranding stoffen vrijgeven die irritatie opwekken als ze niet goed gedoseerd zijn.

Zorg dat je altijd de juiste percentages aanhoudt, meestal 6 tot 10 procent voor kaarsen. Te veel geurolie bindt niet goed met de was, waardoor je “zwetende” kaarsen krijgt. Die olie kan vlam vatten, wat een onverwacht grote steekvlam geeft in je glas. Voor professionele verkoop in Europa moet je bovendien vaak werken met UFI-codes als je bepaalde geurstoffen gebruikt. Lees hier meer over wanneer een UFI-code en PCN-melding vereist is.

Kaarsen maken in glas is een prachtig ambacht. Door te investeren in het juiste glaswerk, je lonten goed te testen en de grenzen van het materiaal te respecteren, voorkom je ongelukken. Ben je klaar om te beginnen met je volgende veilige project? Lees onze stap-voor-stap gids over hoe je een container kaars maakt om direct goed van start te gaan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *